OPdracht 1.
Vroeger waren de mensen in de verzorgingsstaat niet gelijk. Het hing heel erg af van hoeveel geld je had. Had jij veel geld. Dan kon je je laten bestrijden tegen een goede ziekte. Was je arm en had je een ziekte. Dan maakte je geen schijn van kans om beter te worden. Vroeger hadden ze geen verzekeringen. Dus als je ziek werd moest je het altijd zelf betalen. Nu is het verplicht om verzekerd te zijn. En als je ziek word en behandeling nodig hebt. Word er een gedeelte verzekerd. Ligt namelijk aan de hoogte van jouw eigen risico.
Opdracht 2.
Sorry. Maar om een privé reden beslis ik om deze opdracht niet te maken. Ik zit namelijk zelf in geldproblemen en wil niet laten zien aan mensen hoeveel dit is enzo. Enzo.
Opdracht 3
Wij zijn het eens dat als ouders je leren omgaan met geld je het beter gaat doen later. Anders is het in een keer zo van: JAAAA ik heb geld !! Nu kan ik dit, en dit, en dit en dit kopen. En bam. Je geld is op. Maar als jouw ouders je leren omgaan met geld dan heb je niet in een keer geen geld meer. Maar dan weet je wat verstandig is om uit te geven. En daardoor kom je niet in de problemen. Dus ja.Wij denken dat het inderdaad slim is om je kinderen te leren met geld om te gaan.
OPdracht 4
A. Impuls aankopen zijn aankopen die je doet omdat een reclame het je aantrekkelijk heeft gemaakt om het te kopen.
B. Door het product heel aantrekkelijk te maken. Met knappe mensen. Of vrolijke muziek. Enzo.
C. Groepsdruk. Iedereen gaat soep eten rond die tijd.
D. Humor. Door de humor denk je eerder terug aan die ene koek. Die je kan kopen. In plaats van dat goedkope merk.
E. Door het geurtje te gebruiken kan hij het meisje krijgen. Soort van valse belofte.
B. Door het product heel aantrekkelijk te maken. Met knappe mensen. Of vrolijke muziek. Enzo.
C. Groepsdruk. Iedereen gaat soep eten rond die tijd.
D. Humor. Door de humor denk je eerder terug aan die ene koek. Die je kan kopen. In plaats van dat goedkope merk.
E. Door het geurtje te gebruiken kan hij het meisje krijgen. Soort van valse belofte.